‘Hollandse oogst’
Dirigent
Zangcoach & realisatie
Meesters & Gezellen
Sopranen
Marijke van der Harst – meester
Meia Oei
Hanna Aïlane
Sara Corbeij
Margarita Dudčaka
Francisca Pizarro
Alten
Inga Schneider – meester
Sterre Decru
Mariana Caldeira Pinto
Sophia Faltas
Hannah Muis
Marcel Jorquera Vinyals
Tenoren
Martin Logar – meester
Dierick Aartsen
João Barros
Gerson Coelho
Sil van den Hout
Twan van der Wolde
Bassen / baritons
Harry van der Kamp – meester
Bram Trouwborst – meester
Bas Cornelissen
Matthijs Hoogendijk
Keiren Brandt-Sawdy
Mantas Jarasunas
João Silva
Programma en opnames 2021
Concerten 2021
Woensdag 1 september, De Bron, 20:15 uur
Donderdag 2 september, Stevenskerk Nijmegen, 20.30 uur
Vrijdag 3 september, Grote Kerk Coevorden, 20.15 uur
Zaterdag 4 september, Grote Kerk Dalfsen, 20.30 uur
zondag 5 september, Spiegelzaal Concertgebouw, 11:15
Woensdag 8 september, Orgelpark Amsterdam, 20.15 uur
Donderdag 9 september, Marekerk Leiden , 20.30 uur
Vrijdag 10 september, Majellakapel Bussum, 20.15 uur
Programmatoelichting
De leidraad voor Daniel Reuss en Geert Berghs bij het samenstellen van het concertprogramma was om een bloemlezing te presenteren van a-cappella-koormuziek van Nederlandse componisten. Een concertprogramma moet voor het publiek aantrekkelijk zijn maar ook leerzaam. Uit didactisch oogpunt, voor de Gezellen, zal een grote bandbreedte aan stijlen, vocale technieken en soorten partituren aan bod moeten komen.
Aangezien in 2021 de vierhonderdste sterfdag van Jan Pieterszoon Sweelinck wordt herdacht, zullen werken van deze grote Nederlandse componist niet ontbreken. In deze composities zullen de Gezellen ook vertrouwd worden gemaakt met de middentoon-intonatie. Een kennismaking met de muziek die in Nederland in de periode kort na de bevrijding werd gecomponeerd, geschiedt aan de hand van de werken van Kees van Baaren en Alexander Voormolen. De motetten van Röntgen zijn speciaal gekozen vanwege de vereiste royalere stemvoering en het legato. Het meesterwerk van Ton de Leeuw blijft zijn actualiteit behouden, introduceert bij de jonge zangers wisselende groepssamenstellingen en voor velen van hen ongebruikelijke muzieknotaties en zal het publiek ten diepst ontroeren.
Naast in het Nederlands werd ook in het Frans, Duits, Engels en Latijn gezongen.
Programmatoelichting (door Leo Samama)
Nederlands is in alle opzichten een land van koren en koorzang. Niet alleen sinds de conversie in de late 16e eeuw, maar in feite als onderdeel van de Lage Landen, met Vlaanderen en Noord-Frankrijk al sinds de late 14e eeuw. En tot in onze tijd hebben de Nederlandse componisten onze reputatie als korenland hooggehouden. Met de werken van Sweelinck staan we aan het begin van de Republiek der Nederlanden en een periode waarin veel religieuze werken vooral voor huiselijk gebruik, in kleine kring, werden geschreven.
In In de kerk werd het zingen van eenvoudige zettingen van het psalter, zoals dat uit Geneve, toegestaan, maar de meerstemmige, vaak ook expressieve zettingen van Sweelinck niet. Toch staat de Amsterdamse componist en organist van de Oude Kerk aan de basis van een ontwikkeling die bijna in één rechte lijn naar Bach voert en in de 19e eeuw door tal van componisten weer is opgepakt. De psalmzettingen van Daan Manneke zijn een hedendaagse voortzetting van die traditie.
Terwijl in de 17e en 18e eeuw de Lutherse koorzang in de Nederlanden niet zo ver ontwikkeld was als in de Duitse landen en het Calvinisme op haar oude standpunt bleef, was ons land niet geheel gespeend van koormuziek, met name door de invloed vanuit Engeland. Toch waren het vooral de Katholieke componisten van de 19e eeuw die, toen eenmaal in het midden van die eeuw de Katholieke kerk vanuit de vele schuilkerken in de openbaarheid kon treden, een weelde aan nieuwe koorwerken hebben voortgebracht.
Johannes Verhulst en Alphons Diepenbrock liepen in deze ontwikkeling voorop, zowel met grootse werken voor solisten, koor en orkest als met meer intieme a capella koormuziek deels geënt op het vanuit Duitsland overgewaaide Caecilianisme en de hernieuwde aandacht voor de koormuziek van Palestrina en zijn generatie. Dat natuurlijk naast een weelde aan volksliedzettingen en -bewerkingen ter ondersteuning van onze vaderlandse trots (denk daarbij aan de herontdekking van Rembrandt en Vermeer). Het past dan ook in die traditie dat verscheidene componisten zich op de Gijsbrecht van Aemstel van Vondel hebben gestort, onder wie Bernhard Zweers, Alphons Diepenbrock en Julius Röntgen, elk met toneelmuziek voor de jaarlijkse uitvoeringen in Amsterdam. Diepenbrock heeft in Wandrers Nachtlied zijn liefde voor de oude Nederlanders, voor de Duitse romantiek en voor Goethe in drie versies uitgedragen, een jeugdige die hij al spoedig afkeurde, een versie met piano uit 1886 en een a capella-versie uit 1908. \
In 1929 voltooide Röntgen zes motetten. Hij had in de jaren twintig een ontzaglijk oeuvre aan koorwerken geproduceerd, waarin zowel zijn Duitse scholing in de kring rond Brahms als zijn liefde voor de oude Nederlandse scholen en zijn kennis van de moderne technieken van rond de Eerste wereldoorlog zijn samengebracht. Hoewel Alexander Voormolen in diezelfde tijd bekend stond als aanhanger van de Franse impressionisten, werd zijn toon in de jaren dertig steeds ‘Hollandser’ en na de Tweede wereldoorlog internationaler, met een voorkeur voor Engelstalige dichters, zoals Brit Percy Shelley en de Amerikaanse Emily Dickinson.
Naast het geestige Alpejagerslied van Kees van Baaren en de mooie moderne Psalm 122 van Daan Manneke, is het grote werk toch Car nos vignes sont en fleur uit 1981 van Ton de Leeuw. Met dit koorwerk heeft Ton de Leeuw zich als componist van koormuziek in een klap naast Rudolf Escher en Robert Heppener geschaard als een van ‘s lands meesters in dit genre. Bij de eerste uitvoering gingen meerdere Nederlandse werken in première; stuk voor stuk werden ze overschaduwd door Car nos vignes sont en fleur, een zoektocht naar de ware liefde (op een tekst uit het Hooglied), naar de juiste toon en de volmaakte zang.
Programmaboekje
Download een pdf van het programmaboekje hier.

Testimonials

Margarita, Latvia, soprano
“Meesters&Gezellen is a great opportunity to meet other singers and conductors in your field. I’ve gotten the chance to meet with Geert Berghs and Daniel Reuss now and it’s been a great introduction in the Dutch world of choir singing. I’ve learned so much and have developed my skills even further by working with them. And what I also enjoyed in particular is that this program consisted of Dutch composers. That was quite new for me. Singing Sweelinck or Voormolen for the first time, it’s interesting and I loved it! You get to know The Netherlands a little better via their history of music. I imagine that every year this project leaves the singers with a lot of knowledge about music and culture.”

Marcel, Portugal, tenor
“I liked how everyone was very prepared and eager to do things right. From day one the whole group is excited and taking it very seriously. Not only for the singing, but also the social aspect. The first day everyone was already talking with each other and you get to meet all these new people that share your interests. And that’s so important for choir singing, if you ask me. If you haven’t talked to your neighbor at all, the singing together isn’t going to sound as good as it could be. And then to join this project in the aftermath of the pandemic has been wonderful.”
Joäo, Portugal, Bas

“Meesters&Gezellen is one of the most professional choir settings I’ve participated in so far. We’re all students and some of us are young professionals, but it’s a different type of work than other projects. During the rehearsal you have to be on your toes and be sure you’re energized and focused. I really enjoyed the professional attitude of everyone involved, because it’s been super helpful. My main objective is to be part of a choir or smaller ensemble this as a great way to jumpstart my musical career.”
Martin, Germany, tenor, Meester/member from Capella Amsterdam
“I’ve participated in this project as a Gezel in 2016 as well as a Meester now and I’m so impressed how the project got even better. I feel that the attitude is exactly the right one and the idea of what this project should be has become clearer and more focused. In my eyes Meesters&Gezellen can be the start for your professional career in choir singing. At least it was the case with me, and to come back as a Meester has been fulfilling.

For me being a Meester doesn’t mean mentoring or training the young singers. You’re really more accompanying them in the choir. I don’t do much more than being an engaged choir member and observe how everybody else is doing it. It’s most important not to instantly correct somebody’s mistake, instead listen first what happens next. Things have a way of correcting themselves and I’d rather lead by example. It’s singing with them, not above them. And I was dazzled by the level of preparation from all the singers. That was on a completely professional level.”

Sophia, Nederland, alt
“Ik studeer Midden-Oostenstudies aan de Universiteit van Amsterdam en zing daarnaast in koren. Ik heb me opgegeven, omdat ik meer van mijzelf wilde ontdekken in het zingen en dat is meer dan gelukt. Wat ik ontzettend waardeer is het gepriegel en het super gedetailleerd werken. We kunnen bijvoorbeeld zo een half uur bezig zijn met intonatie in een bepaalde maat. Maar ook is dit project ontzettend gezellig en vormt de groep al gauw een geheel door de intensiteit. Meesters&Gezellen voelde al vrij snel als thuiskomen.”
Sil, Nederland, tenor

“Het zijn lange dagen en het niveau is écht hoog. Maar wat een buitenkans is dit, elke dag voel je verbetering en wordt het ensemblezingen mooier. Als Gezel heb je ook ontzettend veel aan de Meester. Ik kijk vaak even over mijn schouder om hem te observeren hoe hij bepaalde passages oppakt. Je kunt je ontzettend optrekken aan zo’n professional. Zo is een van de belangrijkste dingen die ik leer toepassen het luisteren. Dat is niet alleen je oren open zetten, maar donders goed opletten. Hoe klink ik nu? Hoe klinken mijn buren? Hoe worden wij een geheel? Tot in de kleinste puntjes wordt dat verfijnd.”